Afgelopen maandag is de bouwvak in het Zuiden reeds begonnen. Voor onder andere de metselaars, timmerlieden en installateurs in het Noorden begint de Bouwvak 6 augustus. Hoe is de bouwvak eigenlijk ontstaan en past deze nog in de huidige tijd?
Ontstaan Bouwvak
Bouwvakkers kregen voor het eerst drie dagen vakantie in augustus 1930. Voor de vakantie begon ontvingen zij zogenoemde vakantiebonnen, waarmee zij het loon voor deze vrije dagen konden ophalen. Iedereen moest de vakantie tegelijkertijd opnemen. Er werd gecontroleerd op de bouwplaatsen om te voorkomen dat de arbeiders zouden doorwerken, zodat zij vakantiegeld én loon zouden ontvangen. In 1965 werd het aantal vrije werkdagen uitgebreid tot vijftien, oftewel drie weken vakantie. In 1933 zag het Meertens Instituut voor het eerst de term bouwvakvakantie verschijnen in krantenadvertenties.
Bestaat de Bouwvak nog?
Officieel bestaat de Bouwvak niet meer. Sinds 1981 is de bouwvakantie, bouwvak in de volksmond, niet meer verplicht en staat niet meer centraal in de CAO voor bouwnijverheid. FNV Bouwen en Wonen is hier tevreden omdat zij tegenstander van verplichte vakanties zijn . Volgens de vakbond moet iedere werknemer het recht hebben om zelf te bepalen wanneer zij vakantie willen. Officieus bestaat de Bouwvak echter nog wel. Er was dan wel geen verplichte vakantie toch lag ‘s zomers, tot ongeveer 1990, de bouw helemaal stil daar de sector collectief vakantie vierde. Het aantal bedrijven dat aan de bouwvak doet wordt wel langzaamaan minder.
Geen opdrachten missen
Tijdens de bouwvak, waarin de bouw drie weken stilligt, werkt twee derde van de bedrijven gewoon door, blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy. Voornaamste reden is dat bedrijven geen opdrachten willen missen en afwijzen vanwege de vakantie. ZZP’ers in de bouw bepalen ook graag zelf wanneer zij vakantie nemen.
Toekomstperspectief
Er zijn nog veel bedrijven die toch voor een verplichte vakantie gaan. Vakbond FNV meent dat @Fdeze bedrijven dit vooral uit gemak doen. Sommige bedrijven stellen echter dat zij te klein zijn om iedere werknemer vrij te laten kiezen wanneer zij op vakantie willen. Desondanks rijst de vraag of de bouwvakantie zijn honderdste verjaardag gaat zien. We leven tegenwoordig in een 24-uur economie waarin continue geleverd moet worden. Opdrachtgevers werken steeds vaker met prestatiecontracten waardoor bedrijven zich het niet meer kunnen veroorloven om het werk drie weken stil te leggen. Renovaties bij scholen kunnen alleen in de zomer uitgevoerd worden en onderhoud aan wegen gebeurd veelal in de vakantieperiode. Tot slot willen de bouwvakkers ook graag zelf bepalen wanneer zij op vakantie willen gaan. Hoe het afloopt zal de tijd leren maar dat de collectieve vrije weken onder druk staan is wel duidelijk.