De woonlasten van huurders zijn de afgelopen drie jaar met 4% gestegen. Dit blijkt uit onderzoek van het CBS. De stijging van de lasten komt compleet voor rekening van de huurkosten. Woningeigenaren zijn sinds 2015 2% meer kwijt aan woonlasten.
Woonlasten
De woonlasten worden berekend door het totaal van huur- of hypotheekkosten, energiekosten, water, gemeentelijke belastingen en heffingen bij elkaar op te tellen. Huurtoeslag en hypotheekrente aftrek worden hier weer vanaf gehaald. Ook verzekering en onderhoudskosten zijn onderdeel van de woonlasten.
Huiseigenaren
Bezitters van een eigen woning zagen de woonlasten stijgen met 2%. Dit komt door dalende hypotheekrente-aftrek. De lagere rente heeft een dempend effect op de woonlasten voor de huiseigenaren. Evenals strengere regelgeving rond hypotheken en dalende hypotheekschuld onder oudere woningeigenaren.
Huurders
Voor huurders komen de totale woonlasten als percentage van het besteedbaar inkomen gemiddeld uit op ruim 38%. Huurders hebben vaker een lager inkomen waardoor de vaste lasten een groter onderdeel vormen van de totale kosten. De stijging van de woonlasten met 4% tussen 2015 en 2018 komt niet door hogere energielasten. De stijging is volledig voor rekening van hogere huren.
Inkomensafhankelijk
Hoewel de woonlasten voor woningeigenaren gemiddeld dus een kleiner onderdeel vormen van het inkomen betalen ze absoluut gezien wel meer. Volgens het CBS waren de gemiddelde netto woonlasten voor een huurder € 675,- per maand en voor een huiseigenaar € 989,- per maand. Hierin zijn toeslagen en onderhoudskosten verwerkt.
Armere huishoudens zijn procentueel veel meer geld kwijt aan vaste woonlasten. De 20% minst verdienende huishoudens betalen respectievelijk 42% aan woonlasten voor huurders en 48% aan woonlasten voor huiseigenaren.
Voor rijkere huishoudens zijn de woonlasten juist een fors kleiner deel van het totale kostenplaatje. De 20 procent best verdienende huiseigenaren zijn slechts 22,6% van hun inkomen kwijt aan vaste woonlasten. Bij huurders is dit verschil een stuk minder groot. De groep huurders met de hoogste inkomens zijn gemiddeld 35,4% van hun inkomen kwijt aan vaste woonlasten.