Bij de verduurzaming van woningen zorgen beschermde diersoorten steeds vaker voor problemen. Door de Wet Natuurbescherming ondervinden huiseigenaren en corporaties veel vertraging in de plannen tot renovatie.
Wet Natuurbescherming
Sinds 1 januari heeft de Wet Natuurbescherming zijn intrede gedaan. De Wet Natuurbescherming vervangt drie andere wetten: de Natuurbeschermingswet 1998, de Boswet en de Flora- en Faunawet. De wet bevat regels voor de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten en de belangrijkste natuurgebieden in Nederland. Middels deze wet wil men ook voorkomen dat wilde dieren uit hun leefomgeving worden verjaagd. Het gaat hier dan voornamelijk om de huismussen, gierzwaluwen en vleermuizen.
In de praktijk
Bij elk project moeten bouwers en opdrachtgevers onderzoek laten uitvoeren naar beschermde diersoorten. Tevens moeten zij ontheffingen aanvragen en eventuele maatregelen treffen op de bouwplaats. In veel gevallen wordt er te laat aan gedacht en het onderzoek kost veel tijd en geld.
“Twee weken van te voren worden ze gebeld voor onderzoek. Dat is véél te laat. Een onderzoek naar beschermde diersoorten kost maanden. Dan is er nog een ontheffing nodig en moeten er maatregelen genomen worden, zoals het plaatsen van tijdelijke vleermuiskasten. Je bent dan zo twee jaar verder. Maar wie het niet doet riskeert een boete die oploopt tot 20.000 euro”, volgens Max Klasberg, stadsecoloog Arcadis tegen de architect.
Omgekeerde bewijslast
De verduurzaming van bijna 2 miljoen huizen zou vertraging op kunnen lopen doordat huiseigenaren en corporaties stuiten op regels die bedoeld zijn om de natuur te beschermen. De omgekeerde bewijslast zorgt voor problemen volgens Matthé van Baalen, senior consultant Arcadis. Die houdt in dat je vooraf onderzoek moet doen om achteraf te kunnen aantonen dat je te goeder trouw gehandeld hebt. Al met al kunnen de kosten voor huiseigenaren en woningcorporaties daardoor met 14 miljard euro oplopen, zegt Van Baalen tegen BNR. ‘Dan kom je uit op 60.000 extra manjaar. Dat moeten we proberen te voorkomen, ook omdat het qua tijd niet haalbaar is.’
Soortmanagementplan als oplossing
Het Soortmanagementplan (SMP) van Arcadis kan mogelijk uitkomst bieden. In het plan worden beschermde diersoorten voortaan per gebied en woningtype in kaart gebracht. Het grote voordeel hiervan is dat het onderzoek vooraf is gedaan. Opdrachtgevers hoeven dus niet meer bij ieder renovatietraject apart onderzoek uit te voeren. Tevens hoeft er niet meer per project een ontheffing aangevraagd te worden maar per gebied. Woningcorporatie Servatius is reeds de eerste opdrachtgever die een generieke ontheffing heeft gekregen. De aankomende 10 jaar hoeven zij geen ontheffingen aan te vragen of extra onderzoek te doen.