De afspraken tussen huurders en verhuurders over de maximale huurprijsverhoging zijn nu vastgelegd in een wet. De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel Wijziging huursomstijging aangenomen. Wanneer ook de Eerste Kamer instemt dan mag de huurprijs van sociale huurwoningen voortaan maximaal verhoogd worden met het inflatiepercentage. 

Veel woningcorporaties hielden zich al aan deze afspraak en lieten de huren van sociale huurwoningen slechts zeer beperkt stijgen. Het was tot nu toegestaan om de huren van sociale huur te laten stijgen met inflatie + 1%. Bij huurders met hogere inkomens golden stijgingen van maximaal 4,1% tot 5,6%.

In 2018 bedroeg de inflatie in Nederland gemiddeld 1.7%. Corporaties mochten daarom de sociale huur verhogen met 2,7%. Toch blijkt uit gegevens van het CBS dat ook nu de sociale huur niet maximaal werd verhoogd. Het CBS spreekt van een prijsstijging van 2%.

Uitzonderingen

In de nieuwe wet is opgenomen dat er lokaal een uitzondering kan worden gemaakt op de maximale huurverhoging. Gemeenten en woningcorporaties mogen samen afspreken dat een verhoging van inflatie +1% is toegestaan.

Verlaging of vastzetten van de huurprijs is ook mogelijk. Lage inkomens kunnen in aanmerking komen voor een huurprijsbevriezing of verlaging. Middeninkomens met een huur boven de liberalisatiegrens kunnen ook in aanmerking komen voor huurprijsbevriezing.

Vrije sector huren stijgen harder

Huurprijzen in de vrije sector vallen niet onder de nieuwe wet. Hier mogen de prijzen maximaal worden verhoogd met een percentage dat in het huurcontract staat vermeld. Afgelopen jaar werden huurprijzen in de vrije sector met gemiddeld 3,3% verhoogd, aldus het CBS. Dit kan gedurende een aantal jaren tot een forse verhoging van vaste lasten leiden.