Op 15 maart heeft het gerechtshof in Den Bosch uitspraak gedaan over een bezwaar op de verhuurdersheffing door een woningcorporatie. De woningcorporatie met  3.720 woningen moest over het jaar 2014 een verhuurdersheffing betalen van ruim 2,3 miljoen Euro. De corporatie stelde echter dat de heffing in strijd is met Europese regelgeving. Het Hof stelde nu in hoger beroep dat de heffing terecht was.

Verhuurdersheffing

De overheid heeft in december 2013 besloten om een heffing op te leggen aan verhuurders van minimaal 10 sociale huurwoningen. Dit zijn woningen die onder de huurliberalisatiegrens vallen. De heffing heeft tot doel de nationale schuld van Nederland te verminderen en is onderdeel van een pakket aan maatregelen op de woningmarkt.

De woningcorporatie stelde in haar bezwaar op de verhuurdersheffing dat deze niet redelijk is en dat de verplichting van de corporatie niet in verhouding staat tot het algemeen belang van de staat. De rechtbank voert aan dat de overheid de verhuurdersheffing ziet als minst verstorende effect op het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking. Bovendien is het onderdeel van een breder pakket aan maatregelen om de woningmarkt te verbeteren.

De rechter is er wel van op de hoogte dat er analyses bestaan die de twijfelen aan de houdbaarheid van de verhuurdersheffing. Toch mag de wetgever zich baseren op een veronderstelde werking zolang deze niet evident onredelijk is.

De verhuurdersheffing zou betaald moeten worden uit huurverhoging, efficiencyverbetering van de verhuurder of verkoop van woningen. De woningcorporatie stelt dat zij extra hard worden getroffen maar kan dit volgens het Hof niet voldoende aantonen. Ook van een ongelijkheid tussen verhuurders met woningen in de vrije-sector is volgens het Hof geen sprake. De overheid had goede redenen om de heffing alleen op te leggen aan verhuurders van minimaal 10 sociale huurwoningen.

Evaluatie verhuurdersheffing Coelo

Het Coelo (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden) heeft in een rapport uit 2016 berekend dat de corporatiesector er gemiddeld financieel goed voor staat. Beter dan verwacht in 2013/2014. Dat de financiële vooruitzichten er in 2016 beter uitzagen dan in 2013/2014 komt vooral doordat corporaties in 2013 tot en met 2015 ruim gebruik gemaakt hebben van de extra ruimte in het huurbeleid en tegelijkertijd hun lasten verlaagd hebben. Ook zijn de investeringen in nieuwbouw en aankoop van huurwoongelegenheden en in niet-DAEB activiteiten fors teruggebracht.

De heffing zorgt er in de periode 2013-2016 volgens COELO voor een aantal ongewenste prikkels:

  • minder nieuwbouw en renovatie van betaalbare huurwoningen
  • meer verkoop
  • meer huurwoningen qua huurprijs boven de liberalisatiegrens laten stijgen