De Vereniging Eigen Huis (VEH) heeft een bericht gestuurd naar alle nieuwe gemeenteraden in Nederland. De VEH wil hiermee de samenwerking tussen gemeenten en burgers verbeteren. Bewoners gaven gemeenten het rapport cijfer 4,4 als het gaat om het meepraten en denken bij bouwprojecten, aldus VEH.

6 punten

In het Participatiehandvest: luisteren is logisch staan zes punten die volgens VEH minimaal geregeld moeten worden om bewoners invloed te geven bij veranderingen in hun omgeving. De onafhankelijke vereniging voor de belangen van van huizenkopers wil dat deze zes uitgangspunten wettelijk worden vastgelegd worden in de nieuwe Omgevingswet.

De zes punten uit het handvest:

  • Vroegtijdig in gesprek met omwonenden
  • Bewonerseffectrapportage
  • Tijdige, toegankelijke en eerlijke communicatie
  • Budget voor participatie
  • De Gemeente of de Provincie behoudt de regie
  • Voorkeursalternatief

(zie hieronder de complete tekst per punt)

De oorzaak van de ontevredenheid bij bewoners komt volgens VEH omdat bouwprojecten vaak veel vragen oproepen en zorgen voor hoog oplopende emoties. Het gaat dan vaak over de bouw van nieuwe woningen, de aanleg van wegen en de plaatsing van hoogspanningsmasten en windmolens. Als het aan de mensen zelf ligt, werken zij juist veel nauwer samen met hun gemeente. De VEH ziet daarom het informeren en betrekken van bewoners als een belangrijke opdracht voor de nieuwe gemeenteraden en bestuurders.

Hier staan de zes punten uitgeschreven, wilt u het complete handvest lezen, participatiehandvest.

1. Vroegtijdig in gesprek met omwonenden

Een uitnodiging die je niet kunt afslaan, daar begint het mee. Worden bewoners overgehaald om mee te doen? Om mee te denken en mee te praten? Komt er een informatiemarkt met mensen die tekst en uitleg kunnen geven? Of een speciale website? Of een Facebookpagina? Of allemaal? De vorm kan verschillen, de boodschap niet. Die is: ‘Het is uw wijk en uw deelname wordt dan ook zeer op prijs gesteld!’ Samen met u willen we de kwestie op een plezierige manier aanpakken’.

2. Bewonerseffectrapportage

Het is een goede zaak dat bij bouwplannen de gevolgen in kaart worden gebracht in een MER, een milieueffectrapportage. Maar is het dan niet logisch om naast de gevolgen voor de natuur ook die voor de mens te beschrijven in een bewonerseffectrapportage? Wat gaan de plannen betekenen voor de bewoners? Hoe worden de lusten en lasten verdeeld? Het gaat tenslotte om hun wijk.

3. Tijdige, toegankelijke en eerlijke communicatie

Mensen hebben al heel veel andere zaken aan zijn hoofd: werk, gezin, relaties enzovoorts. Hij is de drukbezette manager van zijn eigen leven. Hou daar dus rekening mee. Bedien hem als zodanig. Met dikke dossiers? Absoluut niet! Alleen behapbare informatie wil hij krijgen, en dan ook nog tijdig en zo mogelijk op één A4-tje.

4. Budget voor participatie

Overleg kost tijd, maar ook geld. Weet de bewoner niet precies wat hij van een technische uiteenzetting moet denken? Heeft hij er zo zijn twijfels bij? Heeft hij een informatieachterstand? Dan moet het hem gemakkelijk worden gemaakt die in te lopen. Bijvoorbeeld door deskundigen in te schakelen voor een contraexpertise. Daar moet dus budget voor zijn. Duur? Misschien wel, maar lang niet zo duur als een juridisch gevecht rond het beoogde project.

5. De Gemeente of de Provincie behoudt de regie

Het ‘bevoegd gezag’ blijft verantwoordelijk voor de gang van zaken. Geen tijd? Geen ervaring? Jammer, dan moet zij maar een onafhankelijke partij daarmee belasten.

6. Voorkeursalternatief

Samen met de bewoners worden alle alternatieven gewikt en gewogen. Het bevoegd gezag maakt daarna haar keuze en onderbouwt die op zo’n manier dat iedereen begrijpt hoe die tot stand is gekomen en begrip heeft voor de uitkomst. Wie onevenredig hoge lasten draagt, komt in aanmerking voor een schadevergoeding.