Leefbaarheid in kwetsbare woonwijk gaat achteruit
Uit onderzoek in opdracht van Aedes blijkt dat overlast en problemen in kwetsbare wijken toenemen. Het onderzoek bevestigd de zorgen die de koepel van woningcorporaties eerder al uitte. De verpaupering van ‘aandachtswijken’ zou mede het gevolg zijn van het anti-scheefwonen beleid dat sinds 2015 wordt gevoerd.
De conclusies uit het rapport zijn gebaseerd op gegevens van het CBS de Leefbaarometer en de WoonZorgwijzer. Er komen steeds meer problemen doordat goedkope huurwoningen alleen nog beschikbaar worden gesteld aan mensen met een laag inkomen. Hierbij zitten relatief veel kwetsbare bewoners, soms met psychische problemen, een verslaving of schulden. Het gevolg is een afname van sociale cohesie en een toename van overlast en agressief gedrag.
Oorzaak door beleid
Volgens de schrijvers van het rapport is de oorzaak van de toenemende problemen in sommige ‘corporatiewijken’ te vinden in het gevoerde beleid. “De afgelopen .. is ingezet op een kleinere sociale huursector die meer doelmatig wordt ingezet ten behoeve van de huisvesting van de doelgroep”. De maatregelen die nu leiden tot de vermindering van leefbaarheid zijn:
- Door het toewijzingsbeleid komen nieuwe sociale huurwoningen steeds vaker beschikbaar voor de laagste inkomens.
- De goedkoopste woningen zijn geconcentreerd in een beperkt aantal buurten en wijken.
- Door het streven om mensen met een ziekte vaker buiten instellingen te behandelen komen meer personen met (psychische) problemen in deze sociale huurwoningen te wonen.
De onderzoekers stellen dat de huidige Woningwet deze gang van zaken voortzet waardoor de problemen waarschijnlijk zullen verergeren. Bij kritiek van Aedes eerder dit jaar pareerde Minister Ollongren deze kritiek en gaf aan dat woningcorporaties bij nieuwbouw zelf rekening kunnen houden met een goede mix van huurwoningen. Bovendien hebben woningcorporaties volgens Ollongren de mogelijkheid om van bestaande regels af te wijken om te zorgen dat er een goed divers aanbod is van huurwoningen in de buurt.
Sturen op leefbaarheid
Deze stelling van Ollongren wordt ondersteund door de onderzoekers. Er zijn ook buurten waar ondanks de hogere instroom van kwetsbare groepen er geen vermindering is van de leefbaarheid. Er wordt in die buurten dan ook actief op gestuurd. “Door een combinatie van investeren in de kwaliteit van de sociale voorraad, differentiatie in de buurt, sturen op de instroom (screening), afspraken met zorgpartijen over begeleiding bij uitstroom uit de GGZ (passende woonvormen, begeleiding) én met sociaal beheer worden de problemen in die buurten beheersbaar gehouden“. Deze intensieve aanpak vergt echter wel veel geld en tijd van woningcorporaties terwijl Den Haag juist een forse greep uit de kas doet van de huisvesters.
Knelpunten
Corporaties zijn van mening dat ze soms worden tegengewerkt bij het leefbaar houden van wijken. Knelpunten die zij ervaren zijn:
- Gemaakte afspraken over minimale aantallen betaalbare woningen
- Slechte samenwerking met gemeenten en zorgpartijen over de uitstroom uit de
GGZ. - Strikte scheiding tussen Daeb/niet-Daeb.
- De strikte handhaving door de AW van de normen rond passend toewijzen.
Oplossing
Op langere termijn zien de onderzoekers als oplossing dat er duurdere (huur)woningen worden gebouwd tussen de goedkopere huurwoningen. Hiermee zou de sociale cohesie op termijn weer kunnen verbeteren. Op korte termijn zou er meer en betere afstemming moeten plaatsvinden tussen zorgpartijen, woningcorporaties en gemeenten. Aedes pleit dan ook voor meer mogelijkheden op dit gebied. “Corporaties kunnen meer betekenen als meer mensen in aanmerking kunnen komen voor een sociale huurwoning. En als zij voor meer middenhuurwoningen kunnen zorgen.”