De woningmarkt in Nederland is bezig met een forse opmars. Analisten verwachten dat dit jaar de huizenprijzen gemiddeld meer dan 7% in waarde toenemen. Als deze stijging doorzet dan zullen de huizenprijzen begin dit jaar weer op het zelfde niveau zijn als tijdens de piek in 2008. Buiten de stedelijke gebieden wordt verwacht dat dit niveau in 2019 zal worden bereikt.

In de randstad en grotere steden in de rest van het land is sprake van een sterkere groei. Hierbij worden de huizenprijzen opgedreven door een nog sterkere groeiverwachting. In steden als Amsterdam en Utrecht worden huizen veelal boven de vraagprijs verkocht. Eigen geld wordt hier vaak ingezet om een hogere hypotheek te nemen. Volgens analisten van de Rabobank wordt hiermee een nieuwe bubbel gecreëerd.

Beleggers

Veel starters worden belemmerd bij de aanschaf van een woning door een combinatie van strengere hypotheekregels en concurrentie met beleggers. Woningen in de lagere prijsklassen zijn gewild bij beleggers. Dit komt door de lage rente en de grote vraag naar huurwoningen in het middensegment. Deze vraag wordt weer gecreëerd doordat woningcorporaties woningen veel vaker passend toewijzen. Bewoners moeten daarbij onder een bepaald inkomensgrens zitten om kans te maken op een huurwoning. Woningzoekende met een iets hoger inkomen vallen daardoor tussen het wal en het schip. Het verhuren van een woning heeft een relatief laag risico en levert een stabiel rendement op. Inkomsten uit verhuur van een tweede woning vallen in box 3 en zijn daarmee vrijgesteld van belasting. De waarde van de woning moet wel worden opgeteld bij het vermogen. Echter zal deze lager zijn als het een verhuurde woning betreft. Het is dus voor beleggers dus voordeliger dan het geld op de bank laten staan. Vooral appartementen worden gekocht zonder de bankfinanciering. 30% van de appartementen worden zonder hypotheek gekocht.