Een pandeigenaar in Amsterdam heeft volgens de Rechtbank terecht een boete gekregen van € 13.500,- voor de verhuur van zijn bovenwoning aan toeristen. De eigenaar was in hoger beroep gegaan omdat hij vond dat de inspecteurs van de gemeente niet het recht hadden om de woning te betreden tijdens de controle. De Rechtbank ging hier niet in mee en bevestigde de opgelegde boete.

Amsterdam is al lange tijd verwikkeld in een strijd tegen pandeigenaren die hun woning verhuren via sites zoals Airbnb. De woningen worden vaak lucratief ingezet als verhuurobject. Hierdoor is er minder woonruimte beschikbaar voor vaste bewoners en worden de prijzen van vastgoed opgedreven. Met deze uitspraak van de Rechter krijgt de gemeente bevestigd dat een woning niet beschikbaar was voor bewoning en daarom de boete terecht heeft opgelegd.

Controle op verhuur

Inspecteurs van de gemeente troffen bij aankomst een open deur die ook niet meer leek te kunnen sluiten. Ze hebben hierbij de politie gevraagd te komen kijken omdat ze een vermoeden hadden dat er was ingebroken. Toen de politie het pand betrad bleken er 4 toeristen aanwezig te zijn. Zij hebben volgens de inspecteur toestemming verleend om het pand te betreden en gaven aan het appartement voor vakantiedoeleinden te hebben gehuurd. De gemeente Amsterdam heeft daarop een boete opgelegd van € 20.500,-. De hoogte van de boete werd daarna verlaagd naar € 13.500,-.

De verweerder kan nog in hoger beroep gaan op de uitspraak van de rechter.